Op een zonnige woensdagmiddag op de campus van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) spreken we met Annelien Bredenoord. Annelien is Rector Magnificus in het College van Bestuur van de EUR en eindverantwoordelijke voor onderwijs & onderzoek. Hiervoor was ze hoogleraar Ethiek van Biomedische Innovatie aan de Universiteit Utrecht. Ook was zij sinds 2015 lid van de D66 fractie in de Eerste Kamer, afgelopen juni nam zij daar afscheid. Het belangrijkste debat wat zij gevoerd heeft ging over de donorwet, een initiatiefwet van Pia Dijkstra, die uiteindelijk is aangenomen. Daar is ze zeker trots op.
Ze heeft de studies theologie en politieke wetenschappen afgerond, met als speerpunt ethiek. Naast haar academische carrière startte ze ook haar politieke carrière. Sommigen om haar heen vonden dat naast een academische carrière geen andere ambitie past. Maar genoeg mensen hebben haar wel gesteund bij haar loopbaan en keuzes. “Uiteindelijk weet je zelf het best wat je passie is, volg dat, volg je intuïtie daarin”.
Je vertelde net dat niet iedereen positief reageerde op jouw keuzes, maar dat genoeg mensen achter je stonden. Hoe heb jij jouw supportsysteem opgebouwd?
“Ik denk eigenlijk twee dingen. Als eerste moet je een beetje geluk hebben. Ik heb ouders gehad die me altijd gesteund hebben, ook in ongebruikelijke keuzes. Dat is niet iets wat je kan afdwingen, dat heb je wel of heb je niet. Steun krijgen van ouders is geen noodzakelijke voorwaarde, maar het stimuleert zelfvertrouwen.
Het gaf mij altijd een soort basisgevoel van support. Ik denk dat ieder mens moet weten: jij kunt zelf mentoren en mensen om je heen verzamelen die jou steunen. Dat is iets wat ik in een cursus over vrouwelijk leiderschap geleerd heb. Daar moesten wij zelf ook iemand uitzoeken die onze mentor was. Kies je dan iemand die op je lijkt of juist iemand die helemaal anders denkt. Daar heb ik me voor het eerst gerealiseerd dat ik zelf kan nadenken over wie ik kies. Ik kan op zoek naar mensen om mee te denken of mee te helpen.
Ten tweede hebben mensen mij, op belangrijke momenten in mijn carrière, veel kansen gegeven. Ik had geluk dat er een afdelingshoofd in het UMC van Utrecht was die op een gegeven moment dacht “Zij doet iets wat mensen hier nog niet doen. Zij is iemand die hier op een andere manier naar zaken kijkt.” Weer een andere persoon heeft het mede mogelijk gemaakt dat ik heel jong in de Eerste Kamer kwam. Hij heeft mij opgeleid om fractievoorzitter te worden.”
Hoe pakken jullie, binnen de Universiteit, het probleem aan dat veel jonge vrouwen (financiële) ondersteuning nodig hebben bij het studeren? Wat zijn de mogelijkheden?
“We doen hier heel veel verschillende dingen voor. Het is een enorm grote universiteit, met bijna 35.000 studenten, waarvan ongeveer 50% man en 50% vrouw is. Een deel van deze studenten is eerste generatie studenten. Hun ouders hebben niet gestudeerd, maar zij nu wel. We hebben een IDEA (inclusion, diversity, equity, access) Center, hiermee reiken we ook uit naar toekomstige studenten. Een paar jaar geleden zijn we begonnen met een heel groot budget. Het is een heel actief programma. We laten mensen op heel jonge leeftijd zien dat ook zíj een plek hebben op de Erasmus Universiteit. In dit IDEA programma geven we bijvoorbeeld lessen op de basisschool over zelfvertrouwen, doen we onderzoek of geven we mini-colleges.
Daarnaast beginnen we nu voor het eerst met een ‘meet the professor’ programma, waarbij de hoogleraren in toga les gaan geven op basisscholen. We willen eigenlijk op heel jonge leeftijd al laten zien dat de universiteit voor iedereen met de juiste startkwalificaties toegankelijk is. Dat mensen van harte welkom zijn.
Voor studenten die een beurs nodig hebben zijn er ook verschillende mogelijkheden. De belangrijkste mogelijkheden lopen via het trustfonds. Dit is een stichting waar we grote donoren hebben, maar ook bijdragen van alumni krijgen. Hiermee helpen we studenten die bijvoorbeeld uit een crisisgebied komen.”
Je zegt dat je heel erg gelooft in de maatschappelijke rol die een universiteit heeft. Welke rol is dat precies?
“Wat ik mooi vind aan wat een universiteit kan zijn en waar de Erasmus Universiteit ook mee bezig is, is wat we noemen een ‘civic university’. Dat is een universiteit die echt probeert een bijdrage te leveren aan grote maatschappelijke vraagstukken. Vraagstukken zoals klimaatverandering, energietransitie, migratie en digitalisering. Dit doen we in de eerste plaats door de nieuwe generatie als kritische denkers op te leiden. In september beginnen we met de nieuwe master ‘Societal Transitions’ waarbij de studenten worden opgeleid in transitie denken. We leven in een tijd van grote overgangen en transities, om ook echt een goed antwoord te kunnen geven op de complexe maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, is een moderne manier van denken noodzakelijk.
We hebben daarnaast actieve samenwerkingen met onder andere de Gemeente Rotterdam, de provincie, de ondernemingsvereniging in de haven, de Jeugdzorg en de kinderombudsman. Wij werken samen met deze partners vanuit het idee dat we samen, en met ervaringskennis meer vraagstukken kunnen beantwoorden.”
Wat kunnen vrouwen doen die graag willen beginnen met studeren, maar dit misschien niet durven of dit vanuit hun gedachtegang niet doen? Wat kunt u hen meegeven?
“Ik zou ze vooral willen meegeven dat ze het wel moeten proberen en dat ze groots moeten denken. Vaak kan je heel veel meer en gaat het beter dan dat je van tevoren denkt. Zeker vrouwen hebben een beetje een zetje in de rug nodig. Soms heb je niet het geluk dat je in een omgeving zit waar dat zetje gegeven wordt. Probeer op zoek te gaan naar mensen of naar een omgeving die hierbij kan helpen.
Als ze hier eenmaal binnen zijn bij de Universiteit, dan zijn ze in een stimulerende omgeving met goede studiebegeleiding en inspirerende docenten. Ik hoop dat ze het drempeltje naar ons toe als zo laag mogelijk ervaren. Dat ze het toch proberen.”
Zijn er mensen met wie ze kunnen spreken als ze die drempel als te hoog ervaren?
“Wat ze kunnen doen is aan het ‘pre-academic program’ meedoen. Dat is een soort brug-programma in de zomer tussen de middelbare school en de universiteit. Het programma duurt 2-3 weken en je leert allerlei vaardigheden om beter te studeren. Zeker als je een klein netwerk hebt, kan je hier makkelijk mensen leren kennen. Wees ook niet bang contact te zoeken met mensen binnen de EUR, veel mensen delen graag hun ervaring en helpen je graag. Ik zou het ook aanraden om mee te doen aan de introductieweek van de universiteit, de Eurekaweek. Veel studenten staan al na anderhalve dag arm in arm liedjes mee te zingen. Een sociaal netwerk is heel belangrijk, en veel mensen ontmoeten hier vrienden voor het leven.
Ook hebben we een goede samenwerking met andere onderwijsinstellingen in Rotterdam. Zo kan je bijvoorbeeld sneller switchen tussen studeren bij de hogescholen of de Erasmus Universiteit en vice versa.
De mentale gezondheid van studenten is verslechterd en daar hebben we ook een supportsysteem voor opgericht, het ‘wellbeing programma’. We vinden het belangrijk dat studenten de mogelijkheid hebben om zich ook op persoonlijk vlak te ontwikkelen, naast de kennis die ze hier opdoen. Studeren is meer dan hoge cijfers halen, we spreken niet meer over studiesucces maar over studentensucces. We vinden dat aandacht voor mentale gezondheid erbij hoort, als voorbereiding op de rest van je leven. Als het mentaal echt niet goed gaat, hebben we psychologen of kan er gebruik worden gemaakt van de doorverwijsfunctie. Verder is er op de campus een ruimte, een soort huiskamer van de universiteit, waar studenten kunnen tafelvoetballen, andere spellen kunnen spelen, maar ook zijn daar altijd aanspreekpunten aanwezig die je op een laagdrempelige manier kunnen doorverwijzen naar de juiste persoon.”
Wat zijn tips voor vrouwen om meer succes na te streven in een opleiding?
“Ik zou vooral zeggen, zorg dat je een studie afrondt die bij je past. Ga studeren, dan bedoel ik niet alleen de Universiteit, maar ook bijvoorbeeld de Hogeschool en het MBO.
En er zijn nog veel meer andere tips op www.eur.nl te vinden. Zoals bijv. omgaan met een krappe portemonnee in het begeleidingsprogramma ‘Financial literacy’. Dus kijk vooral op onze website.”
Na een intensief gesprek en interessant gesprek namen we afscheid van Annelien. Ze kende Tesselschade voorheen nog niet, maar nu wel!
Leon, Tessa en Vera
Fotograaf: Geisje van der Linden